Een woning kopen, is vaak een spel van vraag en aanbod. Nochtans is een woning kopen niet de enige manier om een stek te verwerven. Zo gebeurt het wel eens dat een erfgenaam die mede-eigenaar is van een onroerend goed, het deel van de andere erfgenamen wil ‘overkopen’. Maar hoe zit het dan precies? En gaat het dan nog over een ‘verkoop’?
Wanneer een erfgenaam interesse toont in een woning dat tot de nalatenschap behoort, bestaat een eerste stap er in om te bepalen tegen welke waarde de woning kan toebedeeld worden aan de geïnteresseerde erfgenaam.
Hier zijn verschillende scenario’s mogelijk.
- Ofwel geraken de erfgenamen - die elke mede-eigenaar zijn - het eens over de vergoeding.
- Ofwel willen de erfgenamen meer zekerheid over de waarde van de woning, vaak om conflicten te vermijden of omdat een schatting door een onafhankelijke derde toch een gevoel geeft dat er ‘objectiever’ wordt gewerkt. De erfgenamen kunnen dan één of meerdere onafhankelijke schatters aanspreken.
Erfgenamen kunnen nooit verplicht worden om hun deel te verkopen aan één van de mede-erfgenamen, ook niet als de waarde bindend wordt vastgelegd door een schatter.
Erfgenamen hebben uiteraard de keuze om de woning te verkopen aan een derde. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de betrokkenen hopen op een hogere verkoopopbrengst. Vaak worden onroerende goederen uit een erfenis verkocht via een openbare verkoop, bv. via Biddit. De geïnteresseerde erfgenaam kan ook deelnemen aan de openbare verkoop. Wordt er een hoge verkoopprijs behaald, dan speelt dat uiteraard ook in het voordeel van de betrokken erfgenaam. De erfgenaam die deelneemt aan de biedingen en het hoogste bod uitbrengt, zal de verkoopprijs betalen van de hele woning (dus niet enkel voor zijn aandeel), maar nadien gebeurt er wel een verrekening waardoor de erfgenaam zijn aandeel in de woning terugkrijgt.